Kleding die nog in goede conditie is, maar je zelf niet meer draagt kun je inleveren bij The Swapshop. Je krijgt er - tegen een kleine bijdrage aan servicekosten - swaps voor terug waarmee je andermans ingeleverde items kunt kopen. Je kleding krijgt een nieuw leven én je kunt duurzaam en goedkoop je garderobe blijven vernieuwen. Swappen kan in twee winkels in Rotterdam, online en binnenkort ook in een winkel in Amsterdam. Sanne Smit, medeoprichter van het initiatief, vertelt hoe ze met dit alternatief voor het kopen van (fast) fashion nog een stap verder willen gaan.
Positieve impact maken
Sanne, Monique en Laura willen een positieve verandering teweeg brengen en impact maken. Ze komen terecht bij de tweede meest vervuilende industrie; de kledingindustrie. Ze bedenken The Swapshop om vervuiling en verspilling tegen te gaan en omdat kleding ruilen heel erg leuk is. De kleding die je zelf niet meer draagt, maar nog wel in goede conditie is, lever je in om er iemand anders blij mee te maken. Tegelijkertijd wordt het door de swaps die je in ruil krijgt en het grote en diverse aanbod in The Swapshop heel aantrekkelijk om eens tweedehands te ‘kopen’. Voor ieder item dat geswapt wordt (in plaats van gekocht) hoeft er één kledingstuk minder geproduceerd te worden en belandt er één minder op de afvalberg.
In de afgelopen twee jaar is The Swap Shop van een idee aan de keukentafel uitgegroeid tot een community van 5.000 ‘swappers’, drie shops, een bevlogen team van 13 werknemers en een enorme pool aan ‘swaphero’s’ (vrijwilligers). Tijdens de lockdowns moeten de winkels sluiten, maar stilzitten doen Sanne en haar collega’s niet. Tijdens de eerste lockdown schrijven ze een subsidieplan om steun te vragen aan Stichting DOEN en tijdens de tweede lockdown werken ze aan online zichtbaarheid en groei. “Eerlijk gezegd was het een hele waardevolle tijd,” vertelt Sanne. “We hadden opeens de tijd om onze plannen scherp neer te zetten en uit te voeren.”