'Misschien wel het meest noodzakelijke festival in de wereld'

Nieuwsoverzicht

Festival sur le Niger in Mali is misschien wel het meest noodzakelijke festival in de wereld. Jaarlijks komen duizenden mensen samen aan de rivier de Niger in de provinciestad Ségou om een statement te maken tegen het geweld dat het land in zijn greep houdt. Het muziek- en kunstfestival wordt al jarenlang gesteund door Stichting DOEN vanuit het programma Cultuur en Media Internationaal.
Journalist Peter Vlam bezocht dit jaar het festival en maakte dit verslag.

Een impuls voor de creatieve industrie
Het is een drukte van belang op het festivalterrein als de metershoge poppen beginnen aan hun dans door het publiek. Een klein meisje kijkt een tikje angstig omhoog, een vriendinnenclubje danst vrolijk mee, een groepje jongens doet alsof ze niet onder de indruk zijn. Het festival is in volle gang en overal klinkt muziek. Honderden kunstenaars, fotografen, intellectuelen, muzikanten, verkopers en tienduizenden bezoekers komen samen.

Even verderop lacht Mamou Daffé, de oprichter van het festival, zijn enthousiaste lach als hij voor de 100e keer wordt aangesproken. Festivalgangers, ondernemers, politici, eigenlijk iedereen is blij en trots op de culturele ondernemer. Zijn organisatie, jarenlang met raad en daad gesteund door Stichting DOEN, heeft een grote impuls gegeven aan de creatieve industrie in Mali en heeft niets minder dan een transformatie betekent voor Ségou.

Kunst biedt hoop, identiteit en betekenis
Het muziek- en kunstfestival biedt hoop in slechte tijden en is een symbool van onverzettelijkheid. Het is de cultuur van Mali die weigert te buigen voor geweld. Op het festival betekent dit dat op één plek verschillende bevolkingsgroepen als de Bambara, Fulani en Touareg hun muziek laten horen en hun kunst tonen. De verschillende bevolkingsgroepen dansen met elkaar en de beelden worden gedeeld door de massaal toegestroomde media.

Mamou Daffé : “Kunst - of het nu een schilderij, fotografie of muziek is - biedt hoop. Door het creëren van werk laat je als kunstenaar zien dat je er bent en dat er ruimte is voor reflectie. Hij of zij creëert schoonheid, iets verontrustends of verwondering en dat kan de aanschouwer raken of enthousiast maken. Kunst geeft identiteit en betekenis. En net zo belangrijk, er is ook geld te verdienen met cultuur. Ik wil dat iedereen in Ségou, de bezoekers en de inwoners, iets winnen. Met ongeveer 250.000 bezoekers aan de Foire profiteert de lokale economie flink. Alle hotels zitten vol, theeverkopers doen goede zaken, er wordt kunst verkocht. Cultuur versterkt zo de sociale cohesie en promoot de culturele diversiteit.”

Geweld in Mali
De enige die niet blij zijn met de ondernemer is een grote groep jihadisten en criminelen die uit zijn op destabilisatie van Mali. Want dat is ook het geval. De Sahel regio wordt in steeds toenemende mate verscheurd door geweld. De extremisten hebben de laatste jaren duizenden mensen vermoord en tienduizenden mensen zijn op de vlucht geslagen. In Mali, maar ook in Burkina Faso en Niger. De dreiging die van deze groepen uitgaat, is er ook tijdens het festival wel degelijk. Het gerucht ging dat extremisten de rivier zouden zijn overgestoken en op 20 kilometer van Ségou zouden staan. Tot paniek leidde het bericht niet. In tegendeel, het werd grotendeels genegeerd door de festivalgangers. Ook de organisatie nam ogenschijnlijk geen extra maatregelen naast de al zware beveiliging. Het risico was ingecalculeerd en geruchten zijn er ieder jaar. Geen paniek dus, eerder het tegenovergestelde gebeurde. Mensen vierden feest.

Meer dan muziek alleen
Het muziekfestival staat niet op zich. Nieuw sinds enkele jaren is dat er nadrukkelijker ruimte is voor kunst: Ségou’Art. Ségou’Art is een kunstbeurs naast het hoofdpodium en hier exposeren vooraanstaande kunstenaars uit Afrika. Zo is er een spectaculair wandtapijt van Abdoulaye Konaté uit Mali, een piroque die opgetild wordt en waar de zaag in is gezet van Wadi Mhiri uit Tunesië en fotografie van de Malinese Kani Sissoko.

Naast de kunst is een belangrijke rol weggelegd voor het ‘Colloque’, een academisch programma waar academici uit vele landen in Afrika, met elkaar in discussie gaan. Dit wordt gehouden in het Centre Culturelle de Kôrè, waar het hele jaar door trainingen en voorstellingen worden gehouden. Ook is er een bibliotheek, een galerie en een congresruimte. In totaal komen er ongeveer 30.000 betalende festivalgangers af op de concerten en tentoonstellingen en 250.000 mensen op de jaarmarkt, de Foire.

“We komen ieder jaar uit Bamako, het is hier geweldig,” zegt Amadou Coulibaly terwijl hij foto’s neemt bij de Niger met zijn familie en vrienden. “We komen met z’n allen. Ja, ik weet dat er dreiging is, maar die is er altijd. De bandieten zijn uit op geruchten en chaos. Het zal wel meevallen. We komen voor de muziek. Maar we komen ook om een gebaar te maken. We buigen niet.”