Column Carol Gribnau: Systeemverandering integraal aanpakken

Nieuwsoverzicht

Vroeger groeide er gewoon nog bloemen in de Nederlandse wei, zo was onlangs te horen bij de Avondshow van Lubach. Tegenwoordig zien we één en al monocultuur, of ‘antibiodiversiteitsgras’ zoals Lubach het noemde.

Hij is niet de eerste die bepleit dat het fundamenteel anders moet. Bij DOEN komen we dagelijks burgers en ondernemers tegen die dat ook vinden en met geweldige oplossingen komen. Om bij de bloemen te blijven: Wilder Land zaait bloemen langs de randen van de akker, van de bloemen wordt kruidenthee gemaakt en de biodiversiteit keert weer terug. Goed voor de natuur, lekker voor de consument en de boer profiteert mee.

Ook stappen steeds meer boeren over op regeneratieve landbouw. Een landbouwmethode waar niet gekeken wordt hoe de negatieve impact verminderd kan worden, maar waar juist wordt gewerkt aan herstel en positieve impact op de langere termijn. Bodemzicht, Lenteland en reNature zijn inspirerende voorbeelden die laten zien hoe dat er concreet uitziet.

Wat veel van de initiatieven die wij tegenkomen ook zo sterk maakt is dat ze niet kijken naar één enkel probleem, maar verschillende problemen tegelijkertijd aanpakken. Want dat we met meer dan alleen een stikstofcrisis te maken hebben, is nu voor veel mensen wel duidelijk. Het is nodig om systeemverandering integraal aan te pakken. Niet uitsluitend een focus op de stikstofcrisis, maar tegelijkertijd kijken naar de klimaatcrisis en gezondheidscrisis. Dat klinkt ingewikkeld, maar als je lokaal kijkt zie je dat dit al gebeurt: bewonersinitiatieven die zowel sociale samenhang en vergroening oppakken, sociale ondernemingen die het creëren van banen combineren met circulaire activiteiten, circulaire ondernemers die het eigenaarschap van hun onderneming meer willen delen. Wat mij betreft doet de overheid er goed aan iets meer te kijken naar al deze initiatieven van burgers en ondernemers die zich inzetten voor een betere samenleving, voor echte sociale verandering. De verandering moet echt van onderop komen, in plaats van een groot masterplan met een one size fits all zoals we onlangs bij de energietoeslag zagen.

De komende vijf jaar werkt DOEN met een nieuw kompas dat een betere samenleving dichterbij moet brengen: een regeneratieve economie, waar iedereen meedoet en meetelt, waarin het gemeenschappelijke voorop staat en waar ruimte is voor diverse perspectieven en radicale verbeelding. Een wereld waarin we het beter doen in plaats van minder slecht. Betrokken, ondernemende mensen met hun vernieuwende oplossingen zijn de positieve gamechangers in dit verhaal. Om hen zo goed mogelijk te vinden en te ondersteunen willen we nog meer in de haarvaten van de samenleving zitten, want lokaal worden integrale oplossingen ontwikkeld die werken, die aansluiten bij de behoeften van mensen. DOEN heeft nadrukkelijk gekozen voor een kompas in plaats van een in beton gegoten plan. Een kompas helpt ons om in deze snel veranderende wereld nog beter in te kunnen spelen op onverwachte ontwikkelingen en met verrassende oplossingen te komen.

De overheid mag wat mij betreft ook wat meer met een dergelijk kompas gaan werken. Maar wel met een kompas dat goed staat afgesteld, met een duidelijke visie op wat voor samenleving we in willen leven. Een kompas dat afgesteld staat op beter doen in plaats van minder slecht en met oog voor bottum up initiatieven die daadwerkelijke verandering teweeg brengen. Want wie goed kijkt ziet namelijk allang weer bloemen verschijnen in het grasveld.

Deze column is eerder verschenen in P+magazine.